Van werkelijkheid naar fantasie

André

André geeft in zijn kleine etsen zijn eigen beleving van gedachten, emoties, gebeurtenissen en situaties weer. De ene keer doet hij dat op humoristische wijze, knipogend naar de afgebeelde personages, gedachten of situaties en is daardoor een glimlach vaak niet te onderdrukken. De andere keer doet hij dat dan weer spottend, cynisch, emotioneel geraakt of juist kritisch reflecterend en stemt de afbeelding tot nadenken, of blijft het beperkt tot een illustratieve weergave.

De vaak fijn getekende etsen, zijn stuk voor stuk kleine verhaaltjes, gebaseerd op werkelijke gebeurtenissen, gebruiken of tradities, gemoedstoestanden, gedachten of hersenspinsels, meningen en opvattingen en vertellen zo ook over hemzelf. In zijn etsen ordent, documenteert en illustreert hij de wereld om zich heen, zoals hij die beleeft en ervaart en wil de kijker daarvan deelgenoot maken en beïnvloeden. Om de oorspronkelijke betekenis of het ware verhaal achter de ets te achterhalen, is een nadere verklaring soms nodig, maar de betekenis kan ook vaak naar eigen beleving ingevuld worden.

Telkens weer zijn de etsen figuratief, maar niet naar de realiteit afgebeeld. Door in het verleden jarenlang naar de werkelijkheid te tekenen, zoals te zien is bij de modellen, landschappen en stadsgezichten, heeft hij zijn eigen handschrift en stijl verworven, maar weet de realistische weergave te verlaten en op een eigen manier een nieuwe vorm te geven. We zien vaak onbestaande fantasiefiguren in plaats van echte mensen en dieren, dat voldoende afstand nemen van de werkelijkheid mogelijk maakt, maar daarmee wel voldoende binding houdt en oproept.

Op jonge leeftijd wilde André al veel en vaak tekenen. Sinterklaas bracht hem tot zijn grote blijdschap jaarlijks nieuwe schetsboeken, die binnen de kortste keren gevuld werden met gekleurde tekeningen. De verslagen van de wekelijkse scoutingbijeenkomsten en de jaarlijkse vakanties op latere leeftijd werden voorzien van eigen getekende illustraties, vaak ter plekke in het schetsboek gemaakt.

In het begin waren het vooral elementen uit de natuur en landschappen, die vastgelegd werden met potlood of pen. Later kwamen daar stadsgezichten, gebouwen en allerlei details daarvan bij. Gaandeweg ontstond zo bijzondere belangstelling voor beeldende kunst. Niet alleen voor teken- en schilderkunst, maar ook voor architectuur, beeldhouw- en bouwkunst en fotografie. Vakanties in steden en gebieden door heel Europa en verder, werden en zijn voor hem nog steeds echte kijkreizen vol genot. En dan gaat het niet om de winkeletalages, maar juist om de aanwezige cultuurelementen, bouwstijlen, architectuur, musea, de beeldende kunst doorheen de stad en natuurlijk de aanwezige musea. Graag deelt hij die passie met vrienden en reisgenoten en zijn tekeningen leggen dat vast.

Halverwege de jaren tachtig zocht hij naast zijn drukke baan een manier om zich te ontspannen en afstand te nemen. De gang naar de Academie voor Schone Kunsten was gauw gemaakt. Na een eerste oriëntatiejaar volgde hij vele jaren de afdeling tekenkunst bij leraar Patrick Ysebaert. Op de meest bijzondere plaatsen werden tekeningen gemaakt. Niet alleen in kerken, kathedralen en cafés, in supermarkten of fitnessruimten, op terrassen, in zwembaden en garages, fabriekshallen, hotels en ziekenhuizen, maar ook langs stille of juist drukke wegen, op kruispunten en pleinen, bij haventjes en bruggen, midden in de natuur of bv. bij bejaarden thuis en ga zo maar door. Vaak waren dat vlugge onafgewerkte schetsen, maar regelmatig ook uitgewerkte tekeningen. Altijd gemaakt met Oost-indische inkt. Dus een gummetje kon hem niet helpen. Zijn observatie- en tekenvaardigheid stegen door dit vele tekenen flink en de groep vormde bovendien een echte inspirerende vriendenclub. Dat werkte heel ontspannend. Goed en vlot mensen kunnen tekenen was daarbij een bijzonder aandachtspunt. Dat werd dan ook speciaal geoefend tijdens de wekelijkse lessen modeltekenen. Zijn ruimtelijk inzicht kwam hem hierbij goed van pas en de resultaten leverden hem uiteindelijk het Laureaatschap van de stad Eeklo op, een bijzonder moment voor André. Dat betekende bovendien de mogelijkheid om twee jaar extra tekenles op de Academie te kunnen volgen en toe te werken naar een eigen tentoonstelling. Heel spannend, maar ook buitengewoon stimulerend.

Na in 2005 de afdeling tekenkunst afgesloten te hebben, wilde André doorgaan op de Academie en moest daardoor een andere discipline kiezen. De leraar beeldhouwkunst benaderde hem om naar zijn afdeling te komen. Dat bracht hem aan het twijfelen, maar de afdeling grafiek trok hem uiteindelijk meer. Vooral het traditionele etsen, waarbij de mogelijkheid aanwezig is om fijn tekenwerk te gebruiken, gaf de doorslag. Hij schreef zich dat jaar in bij leraar Piet Pollet, afdeling grafiek.

Aanvankelijk maakte hij experimentele etsen n.a.v. eerder gemaakte tekeningen, schetsen of foto’s. De ingewikkelde techniek om de intens zwarte afdrukken te maken fascineerde hem meer en meer. De eerder opgedane tekenvaardigheid kwam hem uitstekend van pas en al gauw maakte hij zich de techniek goed meester. Hij ging op zoek naar een eigen stijl en liet door een ets met een afbeelding van carnavaleske man, zijn traditionele afbeeldingen varen. Van die tijd af verlaat hij het afbeelden naar de realiteit en treedt de fantasiewereld in zijn werk binnen. Hij gaat op zoek naar vreemde fantasiefiguren met menselijke en dierlijke trekjes en maakt daar kleine etsen van. Vormen in vloer- en wandtegels helpen hem die figuren te bedenken en vorm te geven. Tegelijkertijd worden het door de jaren heen betekenis gevende afbeeldingen met een heel eigen karakter en verhaal. Een van deze etsen wordt in 2013 door de provincie Oost- en West-Vlaanderen genomineerd voor deelname aan de Belfius Art wedstrijd te Brussel, een erkenning van de kwaliteit en een feestelijke gebeurtenis.

In 2014 sluit André de afdeling grafiek met succes af en stelt hij zich weer de vraag welke richting hij nu zou kiezen, want doorgaan op de Academie was een vanzelfsprekendheid. De keuze is deze keer niet zo moeilijk. Hij realiseert eind dat jaar aan huis een eigen atelier om blijvend verder te kunnen gaan met zijn etswerk en schrijft zich daarnaast in op de Academie voor Schone Kunsten te Eeklo bij leraar Jo van Rijckeghem, afdeling beeldhouwkunst. Het beeldhouwen staat momenteel bij hem nog in de kinderschoenen, maar het etswerk is en blijft zijn passie en dat beoefent hij nu thuis in zijn knusse atelier.

Opleidingen

1971-1974

Pabo te Middelburg / Specialisatie tekenen en natuurkunde/ Tekenleraar dhr. Maandag

1990-1992

Teken- en schilderlessen privé te Zelzate / Leraren mw. H. Barbier en dhr. W. Ricourt

1992-1993

Academie voor Schone kunsten te Eeklo / Oriëntatie diverse afdelingen.

1993-1999

Academie voor Schone kunsten te Eeklo / Afdeling Tekenkunst Hogere Graad / Getuigschrift met hoogste onderscheiding / Leraar dhr. P. Ysebaert

1999-2003

Academie voor Schone Kunsten te Eeklo / Afdeling Tekenkunst Finaliteit / Getuigschrift met hoogste onderscheiding / Leraar dhr. P. Ysebaert

2003-2005

Academie voor Schone Kunsten te Eeklo / Extra specialisatie afdeling Tekenkunst i.v.m. prijs Laureaat stad Eeklo / Tekenleraar dhr. P. Ysebaert

2005-2011

Academie voor Schone Kunsten te Eeklo / Afdeling Grafische Kunst Hogere Graad / Getuigschrift met hoogste onderscheiding

2011-2014

Academie voor Schone kunsten te Eeklo / Afdeling Grafische Kunst Finaliteit.

2015-

Academie voor Schone Kunsten te Eeklo / Afdeling beeldhouwkunst Hogere Graad.